De schuimkwaliteit van de koffie of de melk varieert enorm.
|
Kalkaanslag in het toestel.
|
Ontkalk het toestel volgens de aanwijzingen.
|
Er wordt geen heet water geleverd.
|
Het melksysteem of de toevoer van het melksysteem is verontreinigd.
|
Melksysteem reinigen of de toevoer reinigen.
|
Onvoldoende of geen melkschuim.
|
Het melksysteem of de toevoer van het melksysteem is verontreinigd.
|
Melksysteem reinigen of de toevoer reinigen.
|
Ongeschikte melk.
|
Gebruik geen melk die al gekookt heeft. Gebruik koude melk met een vetpercentage van minstens 1,5%.
|
Kalkaanslag in het toestel.
|
Ontkalk het toestel volgens de aanwijzingen.
|
Het melksysteem zuigt geen melk aan.
|
Het melksysteem is niet juist in elkaar gezet.
|
Zet alle onderdelen correct in elkaar. Zie de gebruiksaanwijzing voor de details.
|
Verkeerde aansluitingsvolgorde van melkreservoir en melksysteem.
|
Eerst het melksysteem op het uitloopsysteem aansluiten en vervolgens het melkreservoir.
|
De persoonlijk ingestelde vulhoeveelheid wordt niet bereikt.
|
De maalgraad is te fijn. De koffie is te fijn gemalen.
|
De maalgraad grover instellen. Grover gemalen koffie gebruiken.
|
Zware kalkaanslag in het toestel.
|
Ontkalk het toestel volgens de aanwijzingen.
|
Er zit lucht in het waterfilter.
|
Dompel het waterfilter zo lang onder in water tot er geen luchtbellen meer ontsnappen. Breng het filter hierna weer aan.
|
Er stroomt alleen water, geen koffie.
|
Een lege bonenhouder wordt niet herkend door het toestel.
|
Voeg koffiebonen toe. Let op: het toestel past zich pas bij de volgende bereiding aan de koffiebonen aan.
|
De koffieschacht op de zetgroep is verstopt.
|
Reinig de zetgroep.
|
Het toestel reageert niet meer.
|
Het toestel reageert niet meer.
|
Toets start/stop 10 seconden ingedrukt houden.
|
Het waterfilter blijft niet vastzitten in de watertank.
|
Het waterfilter is niet correct bevestigd.
|
Dompel het waterfilter zo lang onder in water tot er geen luchtbellen meer ontsnappen. Breng het filter hierna weer aan. Druk het waterfilter stevig en recht in de tankaansluiting.
|
Het koffiedik is niet compact en te nat.
|
De maalgraad is te fijn of te grof ingesteld, of er is niet genoeg gemalen koffie gebruikt.
|
Stel de maalgraad grover of fijner in of gebruik 2 afgestreken maatlepels gemalen koffie.
|
Lekwater op binnenzijde toestelbodem bij verwijderde lekschaal.
|
Lekschaal te snel verwijderd.
|
Wacht een paar seconden na de laatste bereiding en neem de lekschaal dan pas weg.
|
De lekschaal kan niet verwijderd worden.
|
De koffiedikhouder is te vol. De koffiedikafstrijker klemt.
|
Reinig de binnenkant van de zetgroep. Zet de koffiedikafstrijker correct in.
|
Het uitloopsysteem kan niet worden gemonteerd of gedemonteerd.
|
Onjuiste volgorde.
|
Eerst het uitloopsysteem (met melksysteem) aansluiten, vervolgens het melkreservoir; of bij demontage eerst het melksysteem verwijderen en dan het uitloopsysteem.
|
De koffie heeft geen “crema”. De koffie is te “zuur”. De koffie is te “bitter”. De koffie smaakt “aangebrand”.
|
Dit kan meerdere oorzaken hebben.
|
Lees de tips en trucs voor het verbeteren van het resultaat en de smaak van de koffie.
|
Er worden meldingen getoond op het display van de EQ. 9 plus.
|
Er worden meldingen getoond op het display van de EQ. 9 plus.
|
Volg de aanwijzingen op de pagina “meldingen op het display”.
|